Ruben, je vaderlijke raad neem ik ter harte. Onze klanten bestoken met (te veel) wijnfeitjes die al dan niet nuttig zijn, is niet altijd gewenst. Al moet ik toegeven dat er na zes lessen van Michel geen weg meer terug is. Ik ben met beide voeten in het moeras der wijnwereld gestapt, en word er per week een stukje dieper in getrokken.
Totdat ik er tot mijn nek in zit en ik de hele dag alleen nog maar rijtjes druivenrassen, Spaanse etikettermen en gebeurtenissen per periode en jaartal opdreun (de eerste Nieuw-Zeelandse druivenstokken werden in 1819 aangeplant, de classificatie van de Médoc en Sauternes vond plaats in 1855 en de druifluis was er vanaf 1864. Enfin, dat hoef ik jou niet te vertellen…). Zo ben ik haast op weg om een wandelende wijn-encyclopedie te worden.
Maar zover is het nog niet. Op dit moment ben ik namelijk nog bezig om structuur aan te brengen in alle informatie die ik wekelijks krijg. Welke druivenrassen vind je in welk Spaans gebied van noord tot zuid, hoeveel appellations kent Bordeaux en wanneer mag een wijn Barolo Riserva heten? Toegegeven, de verschillende termen en houtlageringsjaren per wijn doen me ’s nachts weleens wakker schrikken. Hoe zat dit nou ook alweer? Het liefst pak ik dan per direct mijn boeken erbij om de geestelijke wijninformatiedrift wat te temperen.
Tot nu toe profiteert mijn directe omgeving hier nog van. Het is al geregeld voorgekomen dat ik op zaterdag richting vrienden of familie toog, met een doos wijn en een stapel proefformulieren onder de arm. Dan luisterden ze gedwee naar mijn uitleg over tranende viscositeit, ‘de neus’ van die Franse gewürtztraminer en de invloed van Amerikaans- en Frans eikenhout op de smaak van chardonnay. Er wordt dan door iedereen braaf meegeschreven over smaak en geur, het alcoholpercentage en de prijs van de wijn.
De enige die het zwaar te verduren krijgt is mijn vriend, die tot nu toe bij elke door mij gegeven wijnproeverij aansloot en zich soms hardop afvraagt waarom hij nu wéér iets nieuws moet proeven. Het gevolg is dat ook hij inmiddels met twee benen in de wijnwereld staat. Het kijken, ruiken en slurpen zit er zo ingebakken dat ik hem er soms op betrap dat hij dit zelfs bij bier of koffie doet. Net als ikzelf overigens.
Ja, het wijnvirus heeft mij en mijn omgeving te pakken. Ik ben van plan om daar keihard van te profiteren. Want door samen te proeven en erover te praten, kan ik mij alle stof ‘eigen’ maken. En leg ik beetje bij beetje mijn eigen geestelijke wijn-encyclopedie aan, waar ik in de winkel weer uit kan putten om klanten zo breed mogelijk te informeren. Daarnaast mag ik me gelukkig prijzen met collega’s die er nooit over uitgepraat zijn. Ik verheug me tussen het afstapelen en aanvullen door op de momenten dat jij of Piet mij roept (ken je deze wijn al? Dit is echt mooi spul, want…) en er dan een verhaal over herkomst en smaak volgt. Als je het mij vraagt is dat hét voordeel van werken met vakidioten: de constante mogelijkheid om de honger naar wijngerelateerde informatie te stillen.
Ondertussen blijven de studieboeken nog zeker tot eind maart open op tafel liggen. Want vanwege de coronamaatregelen liggen de lessen even stil en is mijn examen uitgesteld naar 20 maart. Dus Ruben, ik denk dat ik je moet teleurstellen. De komende maanden zullen de wijnfeitjes en -rijtjes alleen maar toenemen, net als de behoefte om erover te praten. Daar ben jij als collega en mede-wijnnerd de dupe van. Al denk ik dat jij daar niet zo wakker van ligt.
Lotte