Gebruiken, routines, hoe ontstaan ze toch, vraag ik me wel eens af. Sinds kort heb ik een nieuwe avondroutine. Als ik thuiskom, drink ik een glas wijn bij het eten en op het eind van de avond trakteer ik mezelf op een mooi glas gedistilleerd. Wijn bij het eten is iets wat ik al tijden doe. Maar dat glas gedistilleerd is nog niet zo heel lang onderdeel van mijn routine. Ik was altijd gewend om ook later op de avond voor wijn te kiezen. Gedistilleerd dronk ik als digestief, en niet dagelijks.
Tot ik dus ontdekte hoe lekker het is om de dag af te sluiten met gedistilleerd. Het hoge alcoholvolume zorgt voor veel smaak en intensiteit. Een klein glaasje nuttigen op het eind van de avond is een sensatie. Al mijn zintuigen worden nog één keer volop geprikkeld. Het is een snoepje, zo’n glas, een cadeautje voor de dag die achter me ligt. Tegelijkertijd laat de warme gloed je soepel de nacht in stromen.
Langzamerhand is de inhoud van mijn snoeptrommel steeds gevarieerder en rijker geworden. Eerst zat er vooral whisky in, maar tegenwoordig ben ik ook zeer gecharmeerd van wijndistillaten, vooral armagnac en grappa. Er staan nu zeker vijftien verschillende distillaten open. Ook zo leuk aan gedistilleerd: het kan allemaal voor de eeuwigheid openstaan. Het is een snoeptrommel zonder houdbaarheidsdatum. Gedurende de dag is de voorpret vaak al groot. Er zijn dagen dat ik me ’s ochtends al verkneukel: welk snoepje zal ik vanavond kiezen?!
Afgelopen week sprak ik met een goede klant over haar man die een tijdje geleden overleden is. Ze zei dat er nog veel open flessen gedistilleerd van hem in de kast staan. Ik herinner me de man nog goed. Hij was een echte liefhebber van Franse kwaliteitsdistillaten zoals cognac, armagnac en calvados. Het was een mooie man. Hij kon boeiend vertellen hoe hij elke avond voor het slapengaan genoot van dat sterk alcoholische glaasje. Zijn verhalen werden nu liefdevol herverteld door zijn vrouw. Ze sprak over hoe hij genoot van de fruitigheid van een jonge calvados en de kracht van een stoere armagnac. Wat me trof waren de woorden die ze daarvoor gebruikte (snoeptrommel, cadeautje, sensatie, evaluatiemoment); vaak bijna letterlijk woorden waarmee ook ik mijn nieuwe avondroutine omschrijf en verantwoord.
Zo ontstond tijdens dat gesprek het besef dat ‘de man van de Franse distillaten’ (zoals hij in mijn hoofd bekend staat) een belangrijke rol heeft gespeeld in de vorming van mijn prettige avondroutine. Andere mensen, en vooral hun mooie verhalen, zijn dus blijkbaar erg bepalend bij het ontstaan van routines.
Die avond nam ik een fles calvados mee naar huis, want die zat nog niet in mijn snoeptrommel. Op het eind van de avond heb ik de fles opengemaakt en een glaasje gedronken op de fijne dag en ‘de man van de Franse distillaten’.
Ruben