Triomfantelijk ga ik weer achter de computer zitten in het Wijnhuis kantoortje. Zojuist heb ik een paar meter verderop, boven de koffiemachine, met een 1-vaks wijndoosje een wesp doodgeslagen. Ik kijk naar het scherm en besluit toch een ander onderwerp te kiezen voor mijn blog. Als reactie op Lotte’s blog wilde ik haar zwangerschap vergelijken met een wijngaardcyclus: vruchtzetting in het voorjaar, bloei en groei in de zomer, oogst in het najaar. Ik twijfelde al. Het zou misschien een te intiem onderwerp zijn om als buitenstaander te beschrijven. Kijkend naar de levenloze wesp besluit ik het anders te doen. Laat ik het hebben over de winkel als wijngaard, want veel beestjes denken oprecht dat dat zo is.
Ik ben niet zo van de beesten, meer van de mensen. Dat komt misschien omdat ik mens ben en ik mensen daardoor beter snap. Dieren komen nogal dommig op me over. Neem nou fruitvliegen. Die denken serieus dat er in het zomerse wijnhuis rijpe druiven aan wijnstokken hangen, waar ze lekker eitjes in kunnen leggen. De werkelijkheid is dat ze gelokt worden door de natte kurken van proefflessen, of wat druppels wijn aan de hals of buik van die flessen.
Toegegeven, voorheen kwamen fruitvliegjes nog enigszins aan hun trekken bij ons. We lieten tijdens hittegolven onze fruitschaal open en bloot op tafel staan in het kantoortje, waardoor de vliegjes zich daar, bij gebrek aan wijndruiven, aan konden laven. Daar hebben we van geleerd. Al een paar jaar staat de schaal als het hoogzomer is in de koelkast, zodat onze gevleugelde vrienden er niet meer bij kunnen. Echter, die vliegende intellectuele wonderen schijnen dat maar niet te kunnen onthouden. Iedere zomer vliegen ze weer even enthousiast en massaal richting proeftafel. Hoewel dom gedoog ik ze. Het heeft iets romantisch en naïefs, die vliegjes die vrolijk van fles naar fles huppen en, als er even geen proefflessen op tafel staan, de spuugbak induiken, omdat de restjes wijn daar ook de indruk van een druiventros wekken. Fruitvliegjes creëren een biodynamische proeftafel. Hip!
Je kunt er de klok op gelijk zetten dat, als de fruitvliegen eenmaal binnen zijn, de wespen erachteraan komen. Die schijnen de larven en poppen te eten die fruitvliegen in druiven leggen. Okay, ik snap dan dat je als wesp in eerste instantie het spoor van de fruitvliegen volgt. Maar als je eenmaal hebt geconstateerd dat er geen druiven te bekennen zijn in onze winkel, dan keer je toch weer om? Nee hoor, in plaats van even rustig na te denken en de deur te zoeken, vliegen ze de andere kant op, ons kantoortje in, waar ze vervolgens wanhopig tegen de tl-lampen aan gaan zitten vliegen. En niet eventjes, nee, als het aan hen ligt de rest van hun leven. Dan ben je toch niet goed wijs!
De aanwezigheid van wespen in de wijnhuis ‘wijngaard’ vind ik moeilijker te tolereren dan van de fruitvliegjes. Dat komt misschien omdat je die geelzwarte rakkers zo lekker en oppermachtig uit de lucht kan slaan (ik houd van racketsporten) … en misschien omdat ik er een beetje bang voor ben.
Boven mijn hoofd hoor ik opnieuw getik. Een volgende wijze wesp die het (tl-)licht zoekt. Ik sta op, wil de 1-vaks wijndoos pakken, maar zie dat de doodverklaarde wesp, die naast het slaghout lag, blijkbaar nog leeft. Ze staat op uit haar graf en vliegt in rotvaart op me af. ‘Je bent niet goed wijs’, staat in haar agressieve ogen geschreven.
Ruben