In de aanloop naar deze nieuwsbrief twijfelde ik enorm over het onderwerp voor dit blog. Jouw verhaal over de kerk, Ruben, vulde mijn gedachten. Ook in de winkel was dit stenen godshuis regelmatig... In de aanloop naar deze nieuwsbrief twijfelde ik enorm over het onderwerp voor dit blog. Jouw verhaal over de kerk, Ruben, vulde mijn gedachten. Ook in de winkel was dit stenen godshuis regelmatig... Skip to main content

In de aanloop naar deze nieuwsbrief twijfelde ik enorm over het onderwerp voor dit blog. Jouw verhaal over de kerk, Ruben, vulde mijn gedachten. Ook in de winkel was dit stenen godshuis regelmatig onderwerp van gesprek. Nu was er ook nog een andere ‘steen’ die mij bezighield. Eentje die vrij weinig met een kerk te maken heeft: de chenin blanc. En omdat over de kerk het meeste al gezegd is, wijd ik dit blog aan deze druif.

De van oorsprong Franse chenin blanc (of ‘steen’ in Zuid-Afrika) spookte deze maand door mijn hoofd. Want na een aantal proefsessies realiseerde ik mij dat het voor mij een ongrijpbare druif is. Een druif waar ik geen peil op kan trekken. Zo een waarvan ik telkens denk: wat is nu typerend voor de wijnen die ze voortbrengt? Welke varianten zijn er? Wat vind ik er eigenlijk van?

Zo proefde ik laatst de chenin blanc van Oude Kaap: fris en fruitig. Kort daarna een stuivende versie van Simonsig. Daarna een houtgerijpte ‘chenin avec chêne’ van hetzelfde huis (wauw! Honing, rijp fruit, een beetje vanille en subtiel hout). Begin deze maand proefden we met het team opnieuw een Zuid-Afrikaanse chenin blanc, dit keer een uit Worcester, dat is een plaats die meer landinwaarts ligt. Opnieuw verbaasde het ‘eigen’ karakter mij: deze wijn was in tegenstelling tot de wijnen van Oude kaap en Simonsig veel ronder, minder droog en rijker.

Vier wijnen, op een steenworp afstand van elkaar geproduceerd, met dezelfde druif als basis. En alle vier zijn ze compleet verschillend. Ik worstelde met het vraagstuk wat nu een chenin blanc typeert. Zijn het de frisse citrus-aroma’s? Het steenfruit? Of de ronde afdronk? Het frustreert me dat ik er niet echt volmondig antwoord op kan geven.

De chenin blanc is immers niet de enige druif die totaal verschillende wijnen voortbrengt. Kijk naar chardonnay, een druif met wel honderden gezichten. Een Chablis heeft vrij weinig weg van een witte Bourgogne en hun Amerikaanse zusje kun je niet vergelijken met een Argentijnse chardonnay.

En toch is de chardonnay voor mij minder ongrijpbaar dan de chenin blanc. Misschien komt het omdat het gesprek in de winkel er vaker over gaat. Of omdat het voor velen een veel bekendere druif is dan de chenin. Misschien ben ik er zelf wel vertrouwder mee – al vind ik dat dat nooit leidend mag zijn op het moment dat ik met een klant in gesprek ben.

Ik denk dat ik moet accepteren dat de chenin blanc op dit moment nog geheimen voor mij heeft. Al vind ik het ook best eng om dit aan jullie toe te moeten geven. Als medewerker van Wijnhuis Rosmalen zou ik op elk wijnterrein willen uitblinken in kennis, al weet ik dat dat een onmogelijke ambitie is. Wel daagt het me juist uit om deze druif beter te leren kennen. Op een dag zal hij net zo vertrouwd voor me voelen als alle andere druiven.

Het weerhoudt me in ieder geval niet om erover te blijven lezen, praten en te blijven proeven. Komend weekend geef ik een wijnproeverij aan vrienden. Thema: wijnen uit de Nieuwe Wereld. Daar vallen grofweg gezegd alle landen buiten Europa onder, en dus ook Zuid-Afrika. Reken maar dat de chenin blanc geproefd gaat worden. In welke vorm weet ik nog niet. Verras ik mijn publiek met de frisse Simonsig? Of ga ik voor houtgelagerde Rijks? Eén ding weet ik zeker: het gesprek over de chenin zal ten volste gevoerd worden. En ik ben reuze benieuwd naar de smaakbeleving van mijn publiek. De smaak van de chenin blanc is immers niet in steen gebeiteld.

Lotte

1 reactie

Laat een opmerking achter