Drank is een sociaal goedje. Het wordt meestal genuttigd in gezelschap, bijvoorbeeld met vrienden in het café, of met familie thuis. Er vinden de mooiste gesprekken plaats onder het genot van een glas wijn, bier, likeur of wat dan ook. Gesprekken over die drank zelf, maar vooral ook gesprekken over het leven. Erg ontspannend, interessant, waardevol.
Ik woon alleen en drink dus vaak een glas alleen. Bij het eten bijvoorbeeld een glas wijn, of later op de avond een glas calvados of grappa.
Wat sneu, hoor ik u denken. Nee hoor, niks daarvan. Tijdens het drinken van dat glas ben ik bijna altijd bij andere mensen. Ik denk aan familie, vrienden, de man die iedere dag op het bankje in het park zit, de klant van vanmiddag, de vrouw uit de documentaire van zojuist. Vooral dat glas op het eind van de avond leent zich daar goed voor. Dat komt niet zozeer door het drankje zelf, maar vooral door het rustgevende en afgebakende moment dat het drinken ervan creëert, waarbij ik even lekker in mijn hoofd kan zitten.
Het is een soort contact zoeken op afstand, zonder direct met die ander te (hoeven) communiceren. Op eigen tempo denk ik uitgebreid over iemand na, zonder te worden afgeleid door de concrete (fysieke en verbale) aanwezigheid van die persoon. Dat levert interessante inzichten op en bijna altijd begrip voor wie die persoon is en wat die doet.
Daar waar het drankje in gezelschap zich goed leent voor het sociaal doen, leent het drankje alleen zich goed voor het sociaal denken. Mensen drinken zelden een drankje alleen, hoor ik van u in de winkel, omdat ze denken dat het ongezellig of zelfs saai is. Dat vind ik jammer, omdat je daarmee juist een speciaal soort sociaal moment mist, een moment van geestelijke verbinding met de ander.
Dus als u een keer alleen bent, mag ik u dan uitdagen tot het volgende experiment: zet de tv uit, leg uw telefoon weg, schenk uzelf een glas in, ga rustig zitten en denk al nippend aan persoon x, y, of z. U zult verbaasd zijn hoe verrijkend en onderhoudend dat is.
Ruben