Sinds de lancering van mijn roman vorige week vrijdag lijkt er iets veranderd bij de mensen om mij heen. Ze noemen me opeens schrijver. Ik weet niet goed te reageren op die nieuwe roepnaam. Schrijven doe ik al tien jaar, en als je het wetenschappelijke schrijven meerekent zelfs twintig jaar. Voor mij is er niet veel veranderd sinds afgelopen vrijdag (ik schreef, schrijf en zal schrijven), terwijl het voor de buitenwereld een nieuw begin lijkt.
Hoewel ik jullie dank voor het compliment over de geboorte van een schrijver, ben en blijf ik vooral winkelmedewerker. Zaterdag, een dag na de lancering, stond ik dus weer in de winkel. Over nieuwe beginnen gesproken: in het wijnhuis is iedere dag een nieuw begin. Met dank aan de open winkeldeur, waar iedereen op zijn of haar initiatief en onaangekondigd naar binnen loopt, weet je nooit wat de dag je gaat brengen. Je begint telkens weer op nul, niet wetend wat de omzet wordt, welke verhalen er verteld gaan worden, welke wendingen de dag zal nemen.
Het winkelwerk werkt fantastisch voor mij als dromer. Het haalt me uit mijn hoofd, voorkomt dat ik dag en nacht zou fantaseren, en het contact met de werkelijkheid zou verliezen. En toch voelde ik afgelopen week in het wijnhuis dat er dingen op gang kwamen in de bovenkamer. Het is onbenoembaar, en voor mij steeds meer de magie van mijn winkelwerk: het gevoel dat ik in het wijnhuis, ondanks dat ik er eigenlijk helemaal geen mogelijkheid voor krijg, toch onbewust mijn gedachten voed, juist door in het hier en nu te zijn en gewoonweg te reageren op wat er om me heen gebeurt.
Ik merkte het zondag al, toen ik thuis was, alleen, met mijn gedachten. Mede geholpen door die ene tussendag in het wijnhuis voelde ik: er is iets veranderd na de lancering. Volop geestelijke zuurstof, ruimte voor nieuwe gedachtes, nieuwe vergezichten. Ik luisterde naar een oud nummer van Stef Bos: ‘het is een nieuw begin, een open einde, en dat wat was, zal in wat komt verdwijnen. Er zijn nieuwe woorden, nieuwe wegen, nieuwe kleuren, en ander licht.’
En ik voel het vandaag weer, op mijn tweede weekenddag van deze week: de woensdag. Er is iets gaande in mijn hoofd. En ik weet inmiddels zeker, dat vertrouwen heb ik na het afgeronde boek, dat als ik zondag opnieuw even ga zitten, in stilte, dat er iets gaat komen, in gedachten, of op papier. Dat er met iets een nieuw begin wordt gemaakt.
Ruben