“Wa wilde drinken?”
“Gin-tonic.”
“OK, moar wa dan wel?”
Deze Brabantse taalgrap komt u wellicht bekend voor. Hij wordt vaak gemaakt in de winkel, vooral sinds de gin-tonic cocktails een paar jaar geleden sterk opkwamen. Tegeltjeshumor over drank komt sowieso dagelijks voorbij. Zo is er een klant die bij het afrekenen van zijn fles pastis altijd grapt: “ik heb geen drankprobleem hoor, als het op is heb ik pas een drankprobleem”.
Op één of andere manier leent drank zich goed voor taalgrappen. Ik smul ervan, omdat het een goede sfeer geeft in de winkel, en ik nogal van taal houd. Naast de bewuste taalgrappen worden er ook constant onbedoelde taalfouten gemaakt. Eigenlijk is taalfout een verkeerd woord, het is juist taalcreativiteit. Feit is dat ik daar ook erg van smul, maar die lol probeer ik voor mezelf te houden, want straks denkt u nog dat ik u uitlach.
Taalcreativiteit met drank heb je in verschillende soorten, heb ik ontdekt. Zo zijn er de verbasteringen, versprekingen of bijzondere uitspraken van wijnnamen. Pipolini (bij Pipoli), La Palma (bij Paul Mas), Eilio (bij Eylo) en Silo (bij Cielo) zijn daar leuke voorbeelden van. Mijn hart maakt een sprongetje in deze situaties. Maar de verspreking of verbastering kan ook bewust zijn. Zo is er een klant die de literfles Schrobbelèr die hij altijd komt halen consequent en met een brede lach ‘grote scharrelaar’ noemt. Ik weet niet wat u vindt, maar ik vind dat humor.
Een andere categorie van taalcreativiteit zijn de onbedoeld ongemakkelijke situaties. Zoals een klant die een fles Bacardi komt kopen met de vraag “Mag ik een Baco?”, en er door een andere klant lachend op gewezen wordt dat hij hier in een slijterij is in plaats van in de kroeg. Ook contactloos betalen levert geregeld een ongemakkelijke maar hilarische situatie op. Soms is dat namelijk niet mogelijk (omdat de klant bijvoorbeeld te vaak achter elkaar contactloos betaald heeft) en moet de klant op de oude manier pinnen. “Dan mag ie er ouderwets voor in”, zeg ik dan vaak, of een variant daarop. Het is me nog steeds niet gelukt om die onbedoelde schunnige uitspraak te omzeilen. Als u een betere formulering heeft, dan hoor ik die graag. Tot die tijd blijf ik er maar om lachen, vaak samen met de klant.
Ook binnen het team hebben we veel taal-lol. En, ere wie ere toekomt, Piet is daar vaak de onbedoelde aanjager van. Hij is namelijk de koning van het verdraaien van spreekwoorden en gezegden. Leuke voorbeelden: “We gaan dadelijk even koppen met spijkers slaan”, of “De klant woont na de rontonde aan de linkerkant”, of “Ruben, je bent steenvast te laat!” (deze zal ik maar even incasseren Piet, ter compensatie!).
Binnenkort krijgen we een nieuwe witte Bourgogne in het assortiment van, echt waar, het huis Dujardin. Van de populaire vieux Dujardin, ook wel de ‘Brabantse cognac’ genoemd (die vaak gemixt wordt met cola en vijftien euro goedkoper is dan de wijn Dujardin gaat kosten), verkopen we dagelijks flessen. Ik kijk nu al uit naar het moment dat de nieuwe wijn in de schappen ligt, en de eerste vaste klant een ‘fleske Dujardin’ komt halen. Ik twijfel nog of ik de grap echt zal maken, of alleen in mijn hoofd.
Ruben
1 reactie