Al weken hangt een grijze lucht boven haar hoofd. De mensen hebben het heel zwaar, dat voelt ze. Het lijkt alsof er dit jaar meer dode takjes onder haar stok liggen dan anders.
Maar ongemerkt blijft het de laatste dagen boven de tien graden: tijd om te gaan leven. Ze strekt haar blaadjes uit en kijkt groen de wereld in. Leegte, stilte, geen mens te zien. Toch zal ze leven, ze kan niet anders.
Zo dadelijk zal ze haar bloemen tonen. Vrolijkheid kunnen mensen wel gebruiken nu. Maar zullen ze aandacht kunnen opbrengen voor haar kleuren? Toch zal ze bloeien.
In het licht van warmer wordende voorjaarsdagen zal zij transformeren tot druif. Dan is menselijke begeerte gegarandeerd, normaal gesproken. Maar niks lijkt normaal. Misschien hebben mensen de zin in eten en drinken wel verloren. Toch zal ze verder groeien.
Het magische moment zal weer komen, als zij verkleurt naar blauw. De ultieme verleidingsact. Zullen zij het zien? Ze zal verleiden, hoe dan ook.
In de zwoele zomer zal ze hoogzwanger van de suiker aan haar tak hangen. Op knappen. Ze zal stralen naar door de gaard slenterende toeristen, die haar wulpsheid op hun camera’s vastleggen. Maar grote kans dat ze dit jaar niet zullen komen, is men bang. Toch zal ze stralen.
Eind september zal een mens haar plukken. Of niet, niks lijkt zeker. Ze zal zich dan laten vallen, om voeding te zijn voor de druiven van volgend jaar. Ook die zullen weer gaan leven, ze kunnen niet anders.
Ruben