Net als jij Ruben, ben ik gezegend (of gedoemd, het is maar net hoe je het ziet) met een rijke fantasie. Jij temt jouw gedachten door ze te vangen in een boek, zo onthulde jij vorige maand. Ik draag de mijne voorlopig nog altijd bij me, in mijn hoofd. Sinds we weten dat we
dit jaar met het team op wijnreis naar Baskenland en de Rioja-regio gaan, zijn mijn gedachten vooral gevuld met, je raadt het al: fantasías Españolas.
Die verbeeldingskracht leidde ertoe dat ik de afgelopen weken tientallen, misschien wel honderden keren in gedachten naar Rioja afreisde. Gewoon, tijdens het afstapelen van de pallets, of het vegen van de winkel. Ik kan er niet NIET aan denken. Jij voedt mijn fantasieën, door af en toe een Spaanse begroeting (buenas dias!) of afscheidsgroet (adios amigo!) te roepen. Of door tussen de werkzaamheden door ineens een feitje te vertellen over bijvoorbeeld bodegas Aitaren, onze eerste stop op de wijnreis (wist je Lotte, dat dit een van de weinige wijnmakers is die houtlagering toepast op hun witte wijnen? Dat is niet gebruikelijk in Baskenland!)
Na zo’n uitspraak zie ik ons al tussen de wijngaarden staan. Ik beeld me bijvoorbeeld in hoe Jon Eizagirre, eigenaar van het Baskische wijnhuis Aitaren, vertelt wat volgens hem de beste behandeling is voor de plaatselijke hondarrabi zuri-druif, de witte druif die kenmerkend is voor Baskenland. En naast dat ik inhoudelijk naar hem luister, luister ik stiekem ook naar zijn bijzondere Spaans/Baskische uitspraak, en probeer dat zo goed mogelijk op te slaan. En ik weet dat jij dat ook doet, zodat we ’s avonds, als we in een wijnbar aan de pinxtjo’s zitten, de taal kunnen proberen na te bootsen.
Of ik denk aan bodegas Muga, een wijnhuis in het hart van de Rioja waar ik enorm nieuwsgierig naar ben. Wat zou het tof zijn als de eigenaren zelf, de broers Manuel en Isaac Muga, ons hoogstpersoonlijk door de bodega gidsen. Dan zie ik voor me hoe we met hen meelopen en in eerste instantie in enigszins onhandig Engels (waar we later om lachen!), op zoek naar de juiste vaktermen, hen het hemd van het lijf vragen.
Vervolgens dalen we af naar de kelder van dit enorme wijnhuis. Ik kan de geur van de gebrande wijnvaten en de rijpende tempranillo-wijn gewoon nú al ruiken. Ik zie de rijen wijnvaten al staan. Ik las laatst dat dit traditionele wijnhuis eigen zogenoemde tonneliers in dienst heeft, die eigenhandig de 13000 (!) wijnvaten die het huis gebruikt, maken én repareren. Misschien zien we ze wel aan het werk, als we daar zijn.
Met elk feitje dat ik lees over deze wijnhuizen, en elke LinkedIn-post die ik erover schrijf, wordt de Spaanse puzzel in mijn hoofd verder gelegd. Ik kijk uit naar het moment van vertrek, maar ook naar het moment van terugkeer in de winkel. Want vanaf dat moment zal
het Spaanse schap nooit meer hetzelfde zijn. De flessen Muga en LAN zijn dan tot leven gekomen. Zij vertellen een verhaal. Telkens als ik ze zie, zal ik in gedachten teruggaan naar de desbetreffende wijngaard, de stem van de wijnmaker en de geur van de
kelders.
En ondanks dit alles, ondanks al mijn Spaanse fantasieën, weet ik ook één ding zeker: de realiteit is altijd anders als verwacht. Misschien dat ik dat wel het allerleukst vind aan fantaseren: het komt bijna nooit overeen met de realiteit. Zo blijft het leven verrassen.