Je weet pas wat je hebt als je het even kwijt bent. Toen we tussen Kerst en Oud & Nieuw dicht bleven omdat er corona was in ons team, besefte ik hoe basaal en lekker (en lekker basaal) het is om open te zijn. De dagelijkse routine van het bezig zijn met de klanten en de producten zit zo in je vezels dat het heel gek is als dat opeens niet kan. En dan duurde voor ons de pijn maar een paar dagen. Hoe moet het niet voelen als je café, restaurant, winkel of sportschool al weken of maanden gesloten is en je al die tijd al uit je routine bent?
Maar wat me schokte tijdens die quarantaineweek, is hoe snel mentaal de deuren dichtgaan als je op jezelf bent aangewezen. Ik zat in mijn eigen sociale (media) bubbel een beetje vast te draaien in mijn gedachten over de wereld en het virus. Ik voelde dat ik een korter lontje kreeg voor andere opvattingen. Dat was beangstigend, omdat ik het niet goed ken van mezelf. Niet meer in staat om te zien dat er achter een andere opvatting ook een Ruben staat: een mens van vlees en bloed.
Want nu ik weer onder de mensen ben in de winkel, merk ik wat ik gemist heb toen we dicht waren: de spontane en per definitie niet te arrangeren gesprekken met anderen. Als winkelmedewerker moet je open staan voor iedereen die binnen komt lopen. Je voert gesprekken met Jan en alleman over van alles en nog wat: van de overleden hond en het weer tot complottheorieën over het virus.
Het mooie is, die gesprekken ontsporen nooit. Nee, ook niet die over complottheorieën. Dat komt volgens mij omdat er een mooie bliksemafleider is in de winkel: de economische transactie. De aankoop van drank is het gemeenschappelijke doel van klant en winkel, niet de discussie. De discussie hoeft hier niet gewonnen te worden of het probleem opgelost; daar zijn andere plekken voor, zoals thuis, in de Tweede Kamer, op social media of aan de talkshow tafel. Omdat er gewoonweg altijd een beetje praat is tussen winkelier en klant, heb ik het gevoel dat (extreme) standpunten in zo’n setting veel beter worden gerespecteerd en op waarde geschat. Ook een standpunt is praat, en dat bedoel ik niet denigrerend: gewoon een spel van woorden, als onderdeel van het aankoopspel. “Goh, ja, denk jij dat er een chip wordt ingebracht bij de vaccinatie? Het is overigens € 16,50 alsjeblieft.” De winkel is een theater: een plek met een open en relativerende sfeer, waardoor je weer lucht krijgt.
Wat zijn wij bofkonten bij Wijnhuis Rosmalen dat wij, na onze vijfdaagse sluiting aan het einde van 2020, in het nieuwe jaar weer negen uur per dag openheid mogen ervaren in de winkel. En wat gun ik jullie die ook. Al zou ik eerlijk gezegd niet weten hoe je dat in godsnaam voor elkaar krijgt als door de lockdown vrijwel alle ‘theaters’ (of het nu gaat over de kantine, het koffieapparaat op het werk, het café, de winkel of de schouwburg) dicht zijn en je gedwongen in je eigen cirkeltje ronddraait. Je kunt in ieder geval weer bij ons terecht voor een verrassend gesprek. Of open zelf tijdelijk een winkeltje. Gewoon aan de straat wat spullen verkopen aan toevallige voorbijgangers, dat zou moeten kunnen binnen alle richtlijnen. Maar dan geen slijterijtje beginnen alsjeblieft.
Ruben